Flink zijn en ontflinken – een weg tussen moeten en willen

4 juni 2018

‘Flink zijn…’ Het is een aanpassingsmantra dat we met z’n allen goed kennen. Omdat we het als kind vaak hebben gehoord, nu tegen onze eigen kinderen zeggen, of… omdat we het, soms dag in dag uit, ook nog tegen onszelf zeggen. ‘Flink zijn, doe zoals het hoort.’ Altijd maar opnieuw, tot dat moment waarop je beseft dat het je grootste obstakel is, in het neerzetten van je dromen bijvoorbeeld. Herken jij deze kleine aanpassingsmaniak in jezelf? Dan heb je misschien wel zin om te ‘ontflinken’?

Chocopot

Een buurjongen komt spelen bij mijn zoon. Terwijl hij opgewonden zijn schoenen uittrekt, roept zijn mama hem van aan de deur nog na: ‘flink zijn hè kerel, goed luisteren naar Hilde.’ Ik moet er wat verlegen bij glimlachen, terwijl het beeld van die lepel in de chocopot aan de ontbijttafel in mijn hoofd voorbij wandelt. Dat vond ik niet echt flink van mezelf. Maar ach… ‘Komt goed!’, verzeker ik haar en ik laat het gejoel van de jongens voor een paar uur zijn gang gaan.

Toch blijft dat woordje ‘flink’ in mijn hoofd hangen. Het klinkt zo vertrouwd, zo logisch ook. Het hoort toch bij opvoeden? Hoe kan je anders ooit die noodzakelijke broccoli, tandartsspuiten of fysicalessen achter de kiezen krijgen? Zeker, soms heb je weinig keus. Flink zijn of de gevolgen dragen. Chocopot of broek dichtkrijgen. Maar soms kan je gewoon té flink zijn. En dan moet je vroeg of laat gaan ontflinken. Alleen al om jezelf te leren kennen.

‘Ik wil niet meer flink zijn’

Lies, een cliënte in coaching, is 42 , streng en competitiegericht opgevoed, werd enkel gewaardeerd als ze flink haar best deed en ook resultaten behaalde. Dat lukte goed en heeft haar best wat opgeleverd, succesvolle studies en werk op hoog niveau. Toch voelt Lies zich niet gelukkig. Ze lacht of huilt weinig, slaapt slecht. Gunt zichzelf niets, geen ijsje in de zetel. ‘IJsjes moet je aan tafel eten.’

Op een bepaald moment woont ze de begrafenis bij van een jonge moeder, net als zijzelf. Daar gebeurt iets bijzonders. Tranen stromen over haar wangen, zonder ophouden, voor het eerst in haar leven. ‘Om al wat daar werd voorgelezen. Het was zo mooi, zo persoonlijk.’ Maar vooral… die onverbiddelijke spiegel. ‘Plots was daar dat besef dat, wanneer ik zou sterven, men de teksten uit een boekje zou moeten plukken. Omdat niemand mij écht kent. Ikzelf ook niet.’

Even intens als het verdriet, was voor haar het moment van wakker worden. Het keerpunt. ‘Waar verlang je naar?’ vroeg ik haar. ‘Ik wil me vrij voelen, emoties durven tonen, zeggen wat ik echt denk en voel.’ ‘Wat wil je niet meer?’ ‘Ik wil niet meer flink zijn’.

Streng voor jezelf

Hoe goedbedoeld al dat ‘flink zijn’ meestal is, het zadelt je vaak op met een strengheid naar jezelf die je een leven lang achtervolgt. Een norm die buiten jezelf ligt. Zelfs wanneer je kinder- en schooltijd nog slechts een lang vervlogen herinnering zijn, blijf je je best doen om je aan te passen, om dat geïdealiseerde beeld van jezelf waar je vroeger voor werd beloond te blijven achternahollen. De droom die anderen voor jou hadden. Die strenge stem komt niet meer per se van buiten jou, maar is nu deel van je innerlijke dialoog. Je hebt ze geïnternaliseerd. In gezonde proporties werkt deze motiverend en stimulerend. Bij ‘system overload’ leidt deze vooral tot een emotioneel verlammend perfectionisme en een laag zelfbeeld. Want wanneer ben je flink genoeg? Goed genoeg?

Ontflinken

‘Ontflinken’ is de kern van persoonlijke ontwikkeling. Het is het leren luisteren naar je eigen stem. Stap per stap dat fluisterende stemmetje in jou distilleren tussen het geroep van de vele aangeleerde stemmen. Stemmen die, ooit met de beste intenties, je nu tegenhouden om te doen wat je echt wil, die je beladen met schuldgevoel als je er niet naar luistert, je vasthouden in verroeste denk- en reactiepatronen. Stemmen die je klein houden. Ontflinken is een gerichte aandacht hebben voor je eigen behoeftes en verlangens en zo jouw innerlijke stem, je innerlijk kompas steeds sterker en duidelijker laten worden. En het vertrouwen krijgen daarnaar te handelen.

Jong geleerd…

Moet je wachten tot je groot bent? Liever niet. Opvoeden is een socialisatieproces, we maken deel uit van verschillende groepen: familie, klas, samenleving,… . Daar hoort een beetje flink zijn bij, je krijgt je plek in de groep. Als kind ligt je referentiekader grotendeels extern. Je kijkt, hoort en leert van anderen. Toch hebben kinderen ook een heel sterk innerlijk kompas. Ze weten vaak beter dan volwassenen wat klopt en wat niet. Hen daar op jonge leeftijd al vertrouwen in geven als richtingaanwijzer, bespaart hen later heel wat ‘ontflinkingstijd’.

Het geeft hen het gevoel dat ze niet alleen deel zijn van een groep, maar ook hun plek als individu mogen opeisen. Dat hun verlangens, behoeften en gevoelens ernstig worden genomen. Dat ze er mogen zijn met alles wat ze in zich hebben, ook als dat afwijkt van normen van de groep.

Dat leven geven is, maar ook nemen. Moeten, maar ook willen. Dan is dat flink zijn niet zozeer gedreven door wilskracht, maar door zelfverantwoordelijkheid. Een onschatbaar cadeau voor je kind, maar ook voor elke groep waar het deel van uitmaakt, niet het minst voor de samenleving.

Chocopot bis

Oh ja, of hij flink geweest was, wou de buurvrouw weten toen ze haar zoon terug kwam ophalen. Dat ze zich vooral goed hadden geamuseerd, zei ik. ‘Daaaaag!’ En hij stormde naar buiten, de choco nog in zijn mondhoeken.

 

Hilde Van Liefferinge werkt freelance als NLP-trainer en loopbaancoach voor Arcturus.

Wil jij ook graag meer ontflinken? Check onze website www.arcturus.be voor opleidingen, coaching en loopbaanbegeleiding.