Rouw is niet rauw. Omgaan met verdriet, wanneer het tijd is.

Rouw lijkt rauw. Hij schuurt en bijt in elke vezel. Afscheid nemen, of dat nu van geliefden, of van oude vormen en gedachten is, het kan akelig confronterend zijn met de eenzaamheid van het bestaan. We willen zo graag vastklampen, zelfs aan datgene waarvan we weten dat het illusies zijn. Elk verlies voelt aan als een nederlaag op het leven. Of niet. Het kan ook anders. Als we onszelf toestaan echt te rouwen. Want rouw is in wezen diep herstellend en transformerend. Deze blog om te lezen bij een warme kop chocolademelk.

 

De roep van de tijd

Enige tijd geleden drong zich een oud verdriet in me op. Het was een verdriet dat ik goed ken, herken, maar meestal bij elke oprisping terug inslikte en verborgen hield onder het deksel van de als-ik-hard-genoeg-duw-blijft-hij-wel-dicht-put.
Maar zo werkt het niet, dat weet ik wel. Hoe harder je iets wegduwt, hoe meer je ervan op je bord krijgt, tijdens de dag, tijdens de nacht. Het was zomer, er was weinig werk en ik besloot te luisteren naar de roep van de tijd.

Ik zocht een mij voordien onbekende vrouw op die niet alleen voor dat soort dingen heeft gestudeerd, maar ook de zachte kracht van een oermoeder uitstraalt. Ik deed haar mijn verhaal. Ik moest het opschrijven, voorlezen. Traag, zei ze, zodat ik elk woord dat ik las ook kon voelen. Tranen stroomden over mijn wangen dat ze bijna groeven in mijn kaken schuurden. Geen blik naar haar, enkel naar de zakdoeken op het tafeltje voor me die ik met stevige regelmaat uit het karton trok. Daarna telkens weer mijn ogen neerslaan. Als een zieke kat had ik in een klein holletje willen kruipen. Maar ik zat in die stoel en zij zat voor me en keek en zei niets, minutenlang. Ik kon haar blik door mijn oogleden voelen. Zacht, maar recht in mijn gezicht. Er kwam geen woord, geen poging tot troost. Ze liet me gerust met mijn verdriet en tegelijk was ze er heel dicht bij.

Het was een bevreemdende maar diep helende ervaring. Niet dat deze oude wonden nooit eerder een streepje licht zagen. Eigenlijk had ik er al menig emmertje met woorden en betekenissen over naar de zee gedragen. Maar in deze stilte nu was een ruimte die ik zelden was binnen getreden. Het was tijd voor een diepere vorm van herstel, onder en zonder woorden. Zonder troost, met enkel de kracht van aanwezigheid.

Mijn adem werd zachter en dieper, spanning gleed uit mijn handen. Geleidelijk kon ik mijn hoofd oprichten en beantwoordde ik haar blik. Aarzelend, dan steeds meer verbonden. Tranen bleven stromen maar voelden warmer. Haar zachte oordeelloze glimlach en nog zachtere ogen zogen me een seconde op in haar schoot. Een jongere (nou ja) vrouw huilt uit bij een oudere vrouw. Het had iets heel ‘oers’, iets heel krachtigs. Zo ging het enkele weken op rij. Het was een zeer bevrijdende zomer.

 

Verluchten en verlichten

Het ding met verdriet is dat het er gewoon mag zijn. Zo simpel en zo moeilijk. Sluit je ‘t op, dan gaat het muffen en schimmelen. Zoals dat gaat in vochtige ruimtes waar geen lucht in kan. Zet je de ramen open, al is het op een kier, dan kan lucht doen wat hij doet: verluchten. Verlichten. Dingen in beweging brengen. Laten stromen. Tranen, eerst. Nieuwe energie en vrijheid, dan.

Verdriet heeft dus aandacht nodig. Er bij kunnen zijn. Maar meestal willen we het snel fixen, oplossen met woorden van troost en vooruitkijken. We zeggen elkaar zo graag dat het goed komt, dat het wel over gaat. Dat achter de grijze wolken de blauwe hemel met volle zon straalt. We halen de ander zo graag weg van zijn pijn, al is het maar voor ons eigen comfort. Vooral voor ons eigen comfort. Dan moeten we niet mee-lijden, ons eigen gespannen lijf niet voelen. Kom, drink nog een glas, werk, sport, eet, date, snuif, lach, ga weer door. Zo leven we samen. Tot de tijdelijkheid van de afleiding andermaal verschroeiend tekeergaat en lijf en leden binnenstebuiten keert. En roept: ‘het is tijd!’

 

Het is tijd!

Toon Hermans wist het al: ‘sterven doe je niet ineens, maar af en toe een beetje’. Wanneer het tijd is. Tijd om een bladzijde om te draaien en een nieuwe stap te zetten, richting vrijheid. Niet dat het moet, er is altijd wel een later. Het leven is mild, enigszins. Al wordt de roep van de tijd steeds harder, net als de pijn. Je weet wanneer het tijd is. Tijd om te rouwen, om echt los te laten, om je eigen pijn en verdriet in de ogen te kijken, om het te delen met wie je liefhebt, bekend of onbekend, de ander en jezelf in de ogen te kijken.

Dus gun het je om te rouwen en mens te zijn. Geen superheld met mechanische onderdelen, maar een kwetsbaar lichaam met een geduldig hart.

Wanneer het tijd is.

 

Hilde Van Liefferinge is loopbaancoach en trainer in NLP en The Work of Byron Katie bij Arcturus.

Is het tijd voor jou om meer te investeren in jouw zelfzorg? Neem een kijkje op www.arcturus.be voor onze opleidingen, coaching en loopbaanbegeleiding.