Summer is here: tijd om te vertragen en te genieten!
Summer is here!
De dagen zijn lang, de winter blues ligt ver achter ons en we zijn opnieuw klaar om met volle teugen te genieten van zon, zee en elkaar. Maar dit vooruitzicht komt met een klein addendum: als we nog weten hoe.
‘Druk, druk, druk’
Genieten en zo een plekje van rust vinden in onszelf vraagt iets belangrijks van ons: het loslaten van ‘het druk hebben’ als levensstijl. Als statussymbool zelfs.
‘Hoe gaat het?’
‘Oh je weet wel, druk druk druk!’
Het is een mantra geworden dat we dagelijks herhalen, tegen anderen en – nog belangrijker – tegen onszelf. Vaak wordt het vergezeld van wat gezucht en gepuf, maar tegelijk ook een lichte fiere gloed. ‘Kijk eens hoe ik mijn leven op orde heb,’ lijken we te zeggen. ‘Er kan letterlijk niets meer bij.’ Een volle kalender en vermoeidheid hebben zich niet alleen ingenesteld in onze westerse cultuur, we hebben ze langzaam maar zeker verheven tot statussymbolen.
Denk maar aan het bruisende New York. Deze hectische wereldstad staat met stip op één als de locatie waar de meeste films zich afspelen. Iemand die nog nooit in New York geweest is kan zich een beeld voor ogen halen van het flitsende Times Square met zijn gigantische reclameborden en krioelende mensenmassa. Onze keuze als culturele hoofdstad voor het grote scherm: ‘the city that never sleeps’.
Een dappere siësta
Vertragen en genieten – het vergt moed. Ga maar eens na: hoe goed kan jij een hele dag niksen, een namiddagsiësta van twee uurtjes inlassen, én er ’s avonds of ’s anderendaags oprecht trots voor uitkomen aan een partner, collega’s, vrienden? Voor we werkelijk kunnen gaan genieten, kunnen we best ons productiviteitsmolentje een halt toeroepen. Dat stemmetje in ons hoofd dat kwebbelt: ‘Je kunt maar beter presteren om iets waard te zijn!’ Slagen we er niet in wat tegenwicht te verlenen aan dit deel van onszelf, riskeert onze verwezenlijkingsdrang zelfs tussen de palmbomen de kop op te steken. Door een te strakke vakantieplanning bijvoorbeeld, type ‘we gaan niets aan het toeval overlaten zodat we toch zéker alles gezien hebben wat er te zien valt, alles gedaan hebben wat er te doen valt, én die Instagram-waardige foto te pakken krijgen.’
Pluk de dag
Waar we op die manier aan voorbijgaan is nochtans iets heel mooi. Als we bewust ruimte kunnen maken voor een tragere, gemoedelijkere versie van onszelf, is er veel mogelijk. De ruimte die we creëren gaat zich automatisch vertalen in ons gedrag. Je rondreis door Amerika, India of Colombia mag best wat organisatie gekost hebben, eenmaal daar kun je wel de Grand Canyon, de Taj Mahal of de grootste zoutvlaktes ter wereld zien voor wat ze zijn. Geen bezienswaardigheden om te schrappen op een lijstje, maar wereldwonderen wiens schoonheid je stil maakt binnenin.
Of je nu je valies pakt of niet, genieten kun je wanneer je het ‘moeten’ loslaat. Misschien heb je wel twee weken compleet vrij spel. En misschien spendeer je die volledig in de hangmat met een boek. Maar misschien ben je de hangmat na drie dagen al beu, en zit je de week erop vrolijk te peddelen in een kajak op een rivier ergens in Zuid-Frankrijk. Want ook dat is wat vertragen en genieten met je doet: een spontaniteit borrelt op die je misschien in jaren niet meer gevoeld hebt. Het is die ruimte en die toestemming die je jezelf geeft die genot mogelijk maken.
Want wat is genot buiten overgave? Overgave aan het moment, aan creativiteit, aan speelsheid. En aan nog veel meer van die fijne menselijke gaven die vanzelf in ons opwellen wanneer we ze toelaten.
Vandaar jouw nieuwe essentiële zomervraag: ben ik moedig genoeg voor een siësta?